Aanrijding
Op 15 juli 2023 rond 01.30 uur reed de verdachte als beginnend bestuurder in een personenauto over de Rijksstraatweg in Heemskerk. De maximumsnelheid op deze weg is 60 kilometer per uur. De verkeerslichten op de kruising van de Rijksstraatweg met de Duinweg knipperden, waardoor het verkeer op de Rijksstraatweg voorrang had. De fietser gaf geen voorrang en is vervolgens in aanrijding gekomen met de auto van de verdachte. Daarbij is de fietser om het leven gekomen. De verdachte reed op het moment van de botsing tenminste 84 kilometer per uur. De verdachte heeft verklaard dat hij de fietser niet heeft gezien. Hij heeft pas na de aanrijding geremd.
Onvoorzichtig rijgedrag
De rechtbank kan niet vaststellen of de fietser, die uit een donkere hoek aan kwam fietsen, fietsverlichting aan de voorkant had en daardoor (voldoende) zichtbaar was. Er is wel een brandend wit lichtje in de berm gevonden, maar er kan niet worden vastgesteld of en zo ja hoe dit op de fiets heeft gezeten.
De rechtbank concludeert dat de verdachte aanmerkelijk onvoorzichtig heeft gereden. Hij reed minstens 24 kilometer per uur harder dan daar was toegestaan. Dit terwijl het op dat moment donker was en knipperende oranje verkeerlichten aangaven dat er een gevaarlijk kruispunt was, waar ook fietsers konden oversteken.
Beslissing van de rechtbank
De rechtbank vindt niet bewezen dat het onvoorzichtige rijgedrag van de verdachte tot het ongeval heeft geleid. Wel is bewezen dat hij een gevaar op de weg veroorzaakte door met meer dan 20 kilometer per uur te hard een kruising met oranje knipperlichten te naderen. Hij heeft hierbij een overstekende fietser geraakt, die daardoor is overleden. Hoe onvoorstelbaar groot dit verlies is en welke gevolgen dit heeft, blijkt uit de slachtofferverklaringen van de echtgenote, de dochter en de zus van de fietser die op de zitting zijn beschreven.
Nu de rechtbank niet bewezen acht dat de verdachte schuld heeft aan de dood van de fietser, komt zij tot een andere straf dan de officier van justitie heeft geëist. Alles afwegende legt de rechtbank in lijn met uitspraken in vergelijkbare zaken een geldboete van 500 euro op.